@article {196, title = {Zijn Indonesi{\"e}rs ongevoelig voor contrastaccentuering onder het woordniveau?}, year = {2005}, publisher = {Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen}, address = {Utrecht, The Netherlands}, abstract = {

In het Nederlands (en andere Germaanse talen) bestaat de mogelijkheid tot het maken van een contrastaccent op een andere dan de lexicaal beklemtoonde lettergreep, zoals in de zin We eten vandaag geen KOnijn maar TOnijn. Als we zo{\textquoteright}n uiting afbreken na het contrastwoord (We eten vandaag geen KOnijn {\textellipsis}) zal een Nederlandse luisteraar weten of de spreker de zin afmaakt met {\textellipsis}maar TOnijn of met {\textellipsis} maar toNIJN. Het Indonesisch wordt wel geanalyseerd als een taal zonder klemtoon. Indonesische sprekers lijken de toonhoogtepiek in geaccentueerde woorden op alle mogelijke plaatsen te leggen, en zij hebben perceptief geen voorkeur voor een specifieke oplijning van het H-target binnen het woord. Het Indonesisch heeft dan zinsaccent maar geen woordklemtoon. Op grond daarvan voorspellen we dat Indonesi{\"e}rs die al jaren in Nederland wonen nog steeds (tamelijk) ongevoelig zullen zijn voor contrast-accentuering onder het woordniveau. Deze hypothese hebben we getoetst in een proef met Indonesische immigranten in Nederland (van wie sommigen al tussen de 10 en de 20 jaar in ons wonen) en met moedertaalluisteraars van het Nederlands als controle-groep. De resultaten bevestigen de hypothese: waar de Nederlandse luisteraars vrijwel foutloos kiezen tussen de alternatieve voortzettingen is de keuze van de Indonesische immigranten slechts marginaal boven kans.

}, author = {Vincent van Heuven and Vera Faust} }