@article {245, title = {Uitingen van dove en horende babies}, year = {2002}, publisher = {Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen}, address = {Utrecht, The Netherlands}, abstract = {

Een interessant, veelal verwaarloosd, onderwerp van onderzoek is de ontwikkeling van de klinkerruimte van dove en horende baby_s in de richting van de klinkerruimte van volwassenen. Het ligt voor de hand dat deze ontwikkelingen voor dove en horende kinderen verschillen.

Zoals bekend is het een probleem om zonder voorkennis over de identiteit van een klinker, consistent formanten te meten in uitingen met een hoge grondtoon. Wempe (2001) heeft echter een toonhoogte-gerelateerde analysemethode ontwikkeld, waarmee de spectrale omhullenden betrouwbaar bepaald kunnen worden. Hierdoor kunnen opnamen over de verschillende leeftijden van de kinderen vergeleken worden.

De Wempe-methode is toegepast op uitingen van 5 dove en 5 horende kinderen. Het audiomateriaal is in de thuissituatie opgenomen: maandelijks in de leeftijdsperiode van 5 tot 17 maanden, terwijl er ook nog een opname is gemaakt toen de kinderen 24 maanden oud waren (zie Dikkenberg-Pot \& Koopmans-van Beinum, 1997). Het gehoorverlies van de dove baby_s varieert van 93 tot meer dan 120 dB in het beste oor. In iedere opname is random een 10-minuten-sample gekozen, waarin 50 uitingen zijn geselecteerd. Het betreft dus een database van (5+5)x(13+1)x50 = 7000 uitingen.

In de uitingen worden segmenten van 25 ms geselecteerd die moeten voldoen aan twee criteria. Als eerste geldt dat het segment stemhebbend moet zijn en dat de F0 lager is dan 425 Hz. Ten tweede moet voldaan worden aan de eis dat de intensiteit tenminste 1 dB onder het maximum ligt (zodoende clipping in de opname vermijdend). Ongeveer 15\% van de uitingen uit de database voldoet niet aan deze criteria (de toonhoogte is hoger of de uiting is niet periodiek of grotendeels overstuurd).

Voor de kinderen worden spectrale representaties per opname berekend en bekeken op de veranderingen daarin. Deze spectrale representaties zijn op formanten gelijkende representaties, maar zijn bepaald door een principale componentenanalyses op spectrale omhullenden. Zowel groepsvergelijkingen als individuele veranderingen zullen worden gepresenteerd.

}, author = {Ton Wempe and Jeannette van der Stelt and Louis C.W. Pols} } @article {277, title = {Als muziek in de oren: baby{\textquoteright}s en hun moeders}, year = {2000}, publisher = {Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen}, address = {Utrecht, The Netherlands}, abstract = {

We weten tegenwoordig weer dat de spraakontwikkeling van een baby al voor de geboorte begint. De buikbaby herkent stemmen van ouders, broertjes en zusjes, en van andere bekenden. Je kunt je nog-niet-geboren baby best al wel voorlezen. Na de geboorte hebben die vertrouwde geluiden duidelijk de voorkeur van de baby. Zo klein als ze zijn blijken ze ook al kenmerken van hun moedertaal in het geheugen te hebben opgeslagen. Ze verkiezen de moedertaal boven een vreemde taal, ze verkiezen eerder gehoorde zinnen boven onbekende, en met bekende woorden kan je langer hun aandacht vasthouden dan met onbekende woorden. Communicatie tussen moeder en baby vormt de basis voor het leren spreken van kinderen. Spraakproductie is een ingewikkeld bewegingsproces van stem en articulatie. Maar baby{\textquoteright}s blijken dat leerproces systematisch aan te pakken. In deze presentatie zullen we ingaan op de "muziek in de duetten van baby{\textquoteright}s en hun moeders".

}, author = {Hester Rozendaal and Jeannette van der Stelt} }