@article {310, title = {Analyse en visualisatie van de relatie tussen fonetische en geografische afstanden}, year = {2008}, publisher = {Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen}, address = {Amsterdam, The Netherlands}, abstract = {

In dialectonderzoek kijken we vaak naar niet taalkundige, externe factoren voor de verklaring van interne variatie van het taalsysteem. Een typisch voorbeeld is het effect dat natuurlijke grenzen hebben op dialectvariatie. Weijnen (1937) bijvoorbeeld bespreekt het effect van moerasgebieden op de dialectvariatie in de provincie Brabant. Aangezien reizen door de moerasgebieden in het zuidoosten van Brabant onmogelijk was, houdt Weijnen deze gebieden verantwoordelijk voor enkele van de belangrijkste dialectgrenzen in Brabant. Hinskens, Kallen \& Taeldeman (2000) hebben gekeken naar het belang van sociaal geconstrueerde grenzen: "The influence of socially constructed borders on the dialect landscape, especially those that reflect political, economic, or ecclesiastic boundaries, is often assumed to be minor compared to the influence of natural borders. However, upon closer consideration, European state borders cutting across old dialect continua sometimes appear to have significant impact on dialect change". Het laatstgenoemde type effect is door Heeringa et al. (2000) en Giesbers (2008) onderzocht voor het grensgebied tussen Nederland en Duitsland. Het gebied waar Heeringa et al. in ge{\"\i}nteresseerd waren, ligt ten noorden van de Rijn, rond de Duitse stad Bentheim. Giesbers onderzocht het Kleverlands dialectgebied dat ten zuiden van de Rijn ligt. Noordelijk van de Rijn werd de Nederlands-Duitse grens al bepaald in 1648 terwijl de grens in het Kleverlands gebied, ten zuiden van de Rijn, pas na 1815 werd bepaald. Dit dialectgebied was een perfect dialectcontinu{\"u}m zonder enige natuurlijke of politieke grenzen, maar recent op perceptieve gegevens gebaseerd onderzoek toont duidelijk een breuk in dit continu{\"u}m langs de grens. De verschillen tussen de dialecten binnen Nederland of Duitsland worden als veel kleiner waargenomen dan de verschillen tussen de Duitse en Nederlandse dialecten onderling (Giesbers 2008).

In onze lezing gaan we in op de vraag of ook de feitelijke dialectgegevens de hypothese ondersteunen dat de staatsgrens tot een taalkundige grens heeft geleid tussen de Nederlandse en Duitse dialecten in het Kleverlands gebied. De data bestaan uit fonetische transcripties van dialectwoorden voor 100 begrippen/concepten. Op basis van deze transcripties hebben we fonetische afstanden berekend tussen tien grensdialecten. De relatie tussen de geografische afstanden in het gebied en de fonetische afstanden visualiseren we vervolgens in 3D.

Referenties

}, author = {Folkert de Vriend and Jan Pieter Kunst and Roeland van Hout} }