@article {312, title = {Drie labiodentalen op een rij: kan dat wel?}, year = {2008}, publisher = {Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen}, address = {Amsterdam, The Netherlands}, abstract = {

Er zijn heel wat talen in de wereld die zoals Engels en Frans aan woordbegin de labialen /w/ - /v/ - /f/ kennen. In die talen is de /w/ een bilabiaal die tegenover de labio-dentale /f/ en /v/ staat. Zo ook in het Belgisch-Nederlands, het Limburgs in Nederland en het Surinaams-Nederlands. In de rest van Nederland is echter wat anders aan de hand. Daar zijn dialecten te vinden waarin /w/ - /v/ - /f/ alledrie labiodentaal worden uitgesproken, b.v. in:

Voorzover mij bekend zijn die dialecten hierin (vrijwel) uniek. Ladefoged \& Maddieson (1996: 140-141, 322-325) melden alleen /w2/ (om de labiodentaal voortaan zo aan te duiden) en /v/ in Isoko (Uzere dialect; Niger-Kordofanian, Nigeria), maar zonder de /f/ te noemen.

Drie labiodentalen op een rij is ook voor vele dialecten in Nederland teveel van het goede, en die hebben de zaken daarom vereenvoudigd, maar niet als in het BelgischNederlands. Ze hebben van de /v/ een /f/ gemaakt, met als resultaat de oppositie /w2/ - /f/. De Friese dialecten lopen hierin voorop. Ook het Afrikaans heeft dit systeem.

Vergelijking van kaart 194 wijn en kaart 107b verf in FAND IV laat zien dat [w2] en [v] slechts in een minderheid aan dialecten lijken samen te gaan. Verf heeft in het grootste deel van Nederland massaal [f] aan het begin. Toch is dat effect weer minder duidelijk op kaart 107a vis met relatief veel [v].

Tussen het Belgisch-Nederlands met [w] {\textendash} [v] {\textendash} [f] en het Nederlands/Fries met [w2] {\textendash} [f] zitten allerlei gradaties. Nader onderzoek van de GTRP-gegevens brengt er een aantal aan het licht. Wat is de plaats van zulke graduele verschijnselen in de fonologische theorie?

Referenties

}, author = {Pieter van Reenen} }