@article {320, title = {Aandacht voor formanttransities}, year = {2000}, publisher = {Nederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen}, address = {Leiden, The Netherlands}, abstract = {

Tallal en Stark (1981) tonen aan dat kinderen met ernstige taal- en spraakpro- blemen moeite hebben om CV-syllabes waarbij de consonant een plofklank is, van elkaar te onderscheiden. Volgens Tallal hebben de kinderen een centraal auditief verwerkingsprobleem, waardoor ze moeite hebben met snelle formanttransities. Tallal et al. (1996) en Merzenich et al. (1996) beschrijven een algoritme waarin spraak wordt vertraagd en snelle formanttransities tot 20dB versterkt worden. Bij dit algoritme zijn allerlei computerspelletjes ontwikkeld, gericht op het uitbreiden van metalingu{\"\i}stisch bewustzijn. Deze spelletjes zijn verzameld in de uitgave Fast ForWord. Kinderen werden tot 60 uur getraind met deze spelletjes. De spraak was gemanipuleerd met het algoritme. De kinderen uit deze experimenten toonden een grote vooruitgang, o.a. op discriminatievaardigheden. In geen van de eerdere experimenten van Tallal of Merzenich zijn de verschillende componenten van het algoritme afzonderlijk getest. Tevens is nooit aangetoond welke onderde- len van Fast ForWord voor de grote vooruitgang zorgen. De spraakmanipulatie is slechts een onderdeel van dit programma. In de lezing van vandaag beschrijf ik twee experimenten. Het eerste experiment gaat de invloed van de onderdelen van het spraakmanipulatie-algoritme na op de discriminatievaardigheden van kleuters met en zonder ernstige taal- en spraakproblemen. De kleuters kregen discrimina- tie-oefeningen met normale spraak, vertraagde spraak, spraak waarbij snelle formanttransities versterkt was en een combinatie van vertraagde en versterkte spraak. Er deden 45 kleuters mee aan het experiment. In het tweede experiment werden kleuters met ernstige taal- en spraakproblemen getraind met een computer- programma dat gericht is op de ontwikkeling van metalingu{\"\i}stisch bewustzijn. De kinderen werden verdeeld in drie groepen van elk 12 kinderen. Een groep kreeg training met normale spraak, een groep met gemanipuleerde spraak en een groep (de controlegroep) kreeg woordenschattraining. Voor- en natesten werden gebruikt om leereffecten zichtbaar te maken.

}, author = {Eliane Segers} }