De afstanden tussen Noorse dialecten perceptief en akoestisch bepaald

TitleDe afstanden tussen Noorse dialecten perceptief en akoestisch bepaald
Publication TypePresentation
Year of Publication2002
Conference NameDag van de Fonetiek 2002
AuthorsHeeringa, Wilbert, and Charlotte Gooskens
PublisherNederlandse Vereniging voor Fonetische Wetenschappen
Conference LocationUtrecht, The Netherlands
Abstract

Gooskens & Heeringa (2002) beschreven een experiment waarbij de taalkundige afstanden tussen 15 Noorse dialecten werden bepaald volgens de perceptie van de sprekers. Deze resultaten werden vergeleken met Levenshtein afstanden, afstanden die bepaald werden op basis van de trancripties van de woorden uit de tekst die ook voor het perceptie-experiment gebruikt werden. De Levenshtein- afstand bepaald hoe zo eenvoudig mogelijk de ene uitspraakvariant veranderd kan worden in de andere door elementen toe te voegen, te verwijderen of te vervangen. De afstand is gelijk aan de som van de gewichten van de gebruikte operaties. De methode is afhankelijk van de betrouwbaarheid van de transcribent.

Het doel van dit onderzoek was het vinden van een akoestische afstandsmaat tussen dialecten die de perceptieve afstanden benadert. We maakten gebruik van verschillende representaties van het akoestisch signaal: Barkfilter- spectrogrammen, cochleagrammen en formant-sporen. De elementen op basis waarvan de Levenshtein-afstand nu werd toegepast zijn de spectra of de formant-reeksen (in plaats van de transcriptie-segmenten). Het gebruik van de formant-sporen bleek afstanden te geven die de perceptieve afstanden het meest benaderen. De resultaten van de transcriptie-gebaseerde aanpak correleren echter nog steeds sterker met de perceptieve afstanden. In het akoestisch signaal bevindt zich in bepaalde mate ook spreker-afhankelijke informatie, terwijl een transcribent abstraheert van stemkwaliteit. Het gebruik van meer samples per woord (in plaats van maar een zoals in ons onderzoek) zou de accuratesse van de metingen verbeteren.